Geschiedenis van het printen

De geschiedenis van het printen begon bij het kopiëren. In 1781 kreeg James Watt patent op het kopieerapparaat. Het oorspronkelijke document werd met een inkt geschreven en daarna werd het tegen vochtig gemaakt kopieerpapier gelegd ten slotte werd het tussen twee rollen geperst. In de loop van de jaren boekte dit natuurlijk wel vooruitgang en er konden na een tijdje zelfs meerdere afdrukken van 1 origineel gemaakt worden. In de 19e eeuw kreeg het kopieerapparaat een vaste plaats in het kantoor.

De allereerste kopieermachine, dat waren natkopieerders. Het papier kwam nat uit de machine en moest dan ook eerst drogen. Deze kopieën waren slecht te bewaren, de vellen papier gingen zeer snel aan elkaar kleven en de tekst vervaagde. De eerste ‘droge’ kopieermachine kwam in 1937 en werd uitgevonden door Chester Carlson. Zijn idee werd eerst door een twintigtal van bedrijven afgewezen, maar in 1944 vond hij een partner die wel met hem de techniek verder wilde ontwikkelen. De eerste commerciële kopieermachines kwamen dan ook pas in 1949 op de markt, deze machines werkten op basis van statische elektriciteit.

Deze technieken zijn zich in de jaren daarna alleen maar meer gaan ontwikkelen. Nu kunnen we haast niet meer zonder de printer en er zijn dan ook vele soorten printers. Niet alleen een kabel printer zien we terug komen, maar ook bijvoorbeeld een folie printer, thermische printers en een codeer printer. Naast deze printers zijn er natuurlijk nog veel meer en de één is geschikt voor de bedrijven, terwijl de ander weer meer geschikt is voor particulieren. Op het gebied van aanbod hoef je je in ieder geval geen zorgen te maken, want er zijn genoeg soorten printers van verschillende merken. Ook in de prijs zal je wel een verschil tegen komen, maar dit zal voornamelijk te maken hebben met de specificaties van een printer.

Dit bericht is geplaatst in Computers en Internet, Mobiel en Telecom. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.